En tóch vind ik 't behoud van de 'drukken' ook van wezenlijk belang om een beeld te krijgen van de geschiedenis van Twente.
Het zorgt voor een beeld dat je krijgt van mensen die de boeken lazen, mensen die boeken drukten, voor wie er werd gedrukt, wát er werd gedrukt en hóe er werd gedrukt. Voorbeelden te over van zeer curieuze publicaties die intern in textielfamilies werden verspreid, vaak gedrukt door plaatselijke drukkerijtjes óf hoogwaardige drukkerijen in het westen van het land.
De strijd van 't uitbrengen van genealogieën van de 'hoogwaardige' (kuch) Twentse geslachten begon - ongemerkt - al in 1884 toen "Het Geslacht Stork in Twenthe" uitkwam, door 'n studentje uit die familie. Een curieus A5-boekje bij Tijl in Zwolle mét een zeer bijzondere kleurenlitho van 't familiewapen.
G.J. ter Kuile sr. opende echter de strijd van de 'pronkende' boeken in 1900 met een fantastische dikke pil over de Ter Kuiles, in een echte familieuitvoering. Ruimte te over voor de hele familie om aantekeningen te maken bij de illustere voorvaderen. Jammergenoeg maar erg weinig plaatjes. Wel enkele voor toentertijd prachtige uitklapbare genealogische tabellen. (opl: 100?, herdr. 1926: 350, herdr. 2001: 40)
C.J. Snuif werd door Helmich van Heek opeens geconfronteerd met enkele 'familiepaperassen', waarna in kort overleg werd besloten tot een 'diepgravend onderzoek' omtrent de herkomst van het 'Geslacht' (kuch) van Heek. Deze publicatie verscheen in een dikke blauwleren band met een opgelegd familiewapen in goud... Samen met de circa 100 foto's (zeer kostbaar om te drukken) geeft 't toch wel een beeld van dat men d'r alles voor over had om als machtigste uit de bus te komen. (opl: ca. 100?, herdr. 2001: 40)
Het Geslacht Stork werd door Snuif in 1916 afgeleverd (een uitgebreid vervolg op '1884') in een echte genealogische studie - zonder poespas aan omschrijvingen van personen en geschiedkundige achtergronden - waarin zelfs takken in andere delen van 't land de revue passeerden (zoals ook bij Van Heek & Ter Kuile werd getoond {jaja, wat 'n expansie van 'onze' families}). (opl. 1884: wrsch. 50, ed. 1916: ca. 160, ed. 1999: 300)
Bij de Blijdensteins echter niemand geschikt om te publiceren (slechte banden met Snuif ? ), maar gelukkig kwam Cato Elderink eraan die in 1923 dus in de kleinste oplage van allemaal over J.B. Blijdenstein begon te verhalen waarna ze in 1926 genoeg info had voor 'Het Geslacht Blijdenstein'. Verschenen in 2 edities (gebonden & ongebonden, gebonden exemplaar is zoals Een Twents Fabriquur, enkele foto's) en beide zeer zeldzaam. (opl. 1926: mij onbekend, ca. 2001: 40)
Oftewel een aardige drang om 't beste van allemaal te hebben danwel te doen alsof je er bij hoort.... Zeer interessante tak van sport dus.
De afgelopen tijd ben ik bezig om in ieder geval van m'n eigen boekenbezit een lijst op te stellen van verschillende drukken, edities & vormen, wat ik hoop uit te breiden tot heel Twente/Overijssel (mogelijkerwijs koppelen aan een Overijsselse Database... toekomstvisie ). Zoiets zou mogelijk zelfs gekoppeld kunnen worden aan 'n database met informatie over drukkerijen, uitgevers, etc. etc.
Enkele zeer verrassende punten ben ik al tegen gekomen, zoals een oplage van 10 stuks in leer gebonden exemplaren (gesigneerd en wel) van de dichtbundel Zunnebloome van Johanna van Buren.
En zodoende kan er eens een heel ander beeld gevormd worden van het boek, behalve een kaft met papier erin waarin je kan lezen.
We zien wel waar 't schip strand.
Het gaat dus niet alleen om de tekst, jongen...
