Artikel uit De Twentsche Courant Tubantia van 26-08-2003
Eeuwenoude gracht om borg Heren van Enschede werpt nieuw licht op geschiedenis
Op jacht naar de historische beerput
Hij is de koning te rijk. De boringen die het Deventer bureau Baac uitvoert naar de aanwezigheid van een eeuwenoude gracht die om de borg van Enschede heeft gelegen bieden volgens Frans Roeloffzen een unieke kans de historie van de stad nog nauwgezetter te beschrijven. ‘Deze beerput moet hoe dan ook open.’'

Frans Roeloffzen met achter hem de knik in de Haverstraatpassage.
(foto DINAND BUISMAN)
Twee jaar gelden riep Frans Roeloffzen, de gedreven voorzitter van de Oudheidkamer én van de Monumentencommissie een groepje mensen bijeen, bestaande uit Adrie Roding en Hans Bourseau van het gemeentearchief en Henk Kolkman en Henny Stip, twee leden van de Historische Sociëteit Enschede Lonneker.
‘Ik heb de heren gevraagd om één historische regel aan de geschiedenis van Enschede toe te voegen en om een niet historisch verantwoorde zin te schrappen. Uiteindelijk heeft deze ‘opdracht’ geleid tot het zoeken naar de gracht die ooit om de borg van Enschede moet hebben gestaan. Als we de loop ervan hebben we ontdekt gaan we vergelijkend onderzoek doen naar indeling van nog bestaande borgen in Oost-Nederland en Westfalen.’
Beerput
Mocht er een bepaald patroon te vinden zijn dan hoopt Frans Roeloffzen te kunnen achterhalen waar de ‘bazen van Enschede’ ooit hun beerput hadden staan. Wordt dat getraceerd, dan biedt die stortplek een unieke kans om de historie van de stad bij te punten.
‘Archeologisch gezien zijn dit gouden vindplaatsen. Er is in de loop der eeuwen van alles ingegooid. Het zou mooi zijn als die beerput op een niet bebouwde plek zou liggen. Op de Klokkenplas, bijvoorbeeld. Het kan ook zijn dat die put zich nog gewoon onder een bestaand huis bevindt.’
Medewerkers van het Bureau Baac gaan tussen de achterkant van de Oude Kerk en het terras van de tegenoverliggende studentensociëteit een oppervlakte van vijftien bij vijftien meter bewerken. Om de twee meter gaat een holle boor diep de grond in. Aan de hand van de inhoud kan worden bepaald of er op die plek daadwerkelijk een gracht heeft gelegen.
‘De oudheid kan aan de hand van grondmonsters, bacteriën en dergelijke, vrij nauwekeurig worden bepaald. Dat er een borggracht heeft gelegen, en dan heb ik het niet over de twee stadsgrachten van Enschede die veel jonger zijn van leeftijd, staat voor mij vast. Deze week ben ik door een bouwvakker gebeld die zeventien jaar geleden onder een huis achter de Haverstraatpassage een groot deel van een boogbrug heeft ontdekt die toegang gaf tot de borg moet hebben gegeven. En op de plek waar nu wordt geboord hebben Adrie Roding en Hans Bourseau een tijd terug verkleurde aarde gevonden. Bovendien heb ik onlangs in een huis op de plek waar de gracht moet hebben gelegen een hele grote scheur in een muur ontdekt. Dat duidt op zachte ondergrond. Ook elders in de binnenstad is een deel van een onbekende waterloop ontdekt. In de buurt van Stolker moet de hoofdtoegangsbrug hebben gelegen. In het recente verleden zijn hier bij werkzaamheden allerlei stenen gevonden die daar ondubbelzinnig op duiden.’
Enschede ouder
Frans Roeloffzen vermoedt dat de gracht tussen 700 en 1200 na Christus moet zijn aangelegd. Er hebben op de borg zeven, acht generaties Heren van Enschede gewoond. Het kan heel goed zijn dat deze familie Van Loen, hun onderkomen (de Havesate die Borgh te Enscheyde) hebben gebouwd op een plek die al veel eerder werd bewoond.
De amateur-historicus ontvouwt vervolgens een interessante theorie. Enschede is veel ouder dan algemeen wordt aangenomen.
‘Volgens mij klopt de zienswijze niet van Stroink, Van Deinse, Elderink en Van Benthem dat de naam Enescethe, zoals Enschede voor het eerst genoemd, een link heeft met de grens.
‘Er liggen hier zoveel plaatsen rond de grens. Maar in geen enkele andere naam wordt daarna verwezen. Dat is toch vreemd. Bij het natrekken van de naam Enschede is mijns inziens teveel geluisterd naar de huidige uitspraak ervan. Dat is een grote fout. Ik heb simpelweg een atlas gepakt en heb in het gebied tussen IJssel en Weser waar ooit in de oudheid een groot volk heeft gewoond, alle steden tegen het licht gehouden die dezelfde medeklinkers en in mindere mate dezelfde klinkers hebben als Enschede. Dan kom je uit bij Burgscheid, Lüdenscheid, noem maar op.’
Om een lang verhaal kort te maken, Frans Roeloffzen kreeg via de gemeentearchivaris van eerstgenoemde stad een artikel van de Duitse professor Willibald Sauerländer, een autoriteit op het gebied van het verklaren van oude plaatsnamen.
Scheid duidt volgens deze kenner op een terrein dat werd kaal gekapt om plaats te maken voor bijvoorbeeld de bouw van een dorp. Het achtervoegsel duidt op afscheiding. Oost-Nederland en Westfalen waren in de oudheid vergeven van oerbossen, overal groeiden eiken.
In de tijd van Karel de Grote nam de welvaart flink toe en tegelijkertijd groeide ook de bevolking. Steden werden uitgebreid, wegen aangelegd en er was een grote vraag naar bouwmaterialen, in dit geval vooral hout. Want Bentheimer zandsteen was toen nog niet in zwang als bouwsteen.
Prijsgeven
‘Enschede is in mijn ogen ook zo ontstaan. Er kwam een borg, een versterkt huis met een gracht en op een gegeven moment werd er na de kerstening die zich in Twente rond 800, 900 afspeelde, een kerk gebouwd. Dat moet het kleine weerkerkje zijn met de muren van 1,70 meter dik waarvan de fundamenten nu nog onder de Grote Kerk liggen. Waarom zijn die muren zo dik? Wie zegt mij niet dat dit in eerste instantie het logistieke punt was voor de houtkap. Gezaagde planken waren veel waard. Die moesten worden bewaakt. Vanuit de borg werd ongetwijfeld een legertje aangestuurd. Alles grijpt zo in elkaar. Het zal me niks verbazen als blijkt dat de gracht uit die tijd stamt. Weet je waarom die borggracht een eivorm heeft? Dat is een teken van de bewoner dat hij van niemand iets te duchten had. Bovendien was een ronde vorm ook beter te verdedigen.’
Frans Roeloffzen vindt het een groots gebaar dat het college van B en W de boorwerkzaamheden naar de oudste historie van Enschede financieel mogelijk heeft gemaakt.
‘De stad heeft een enorme ramp achter de rug. Dan moet er een keer wat positiefs tegenover staan. Als de bodem nu de ontstaangeschiedenis prijs geeft, dan is dat toch ontzettend leuk.’
== een langer artikel kon ik niet vinden
