Het bijna jarige Enschede was honderd jaar geleden al een trotse en nijvere stad
1925: feestvierders in Enschede ter gelegenheid van het 600-jarig bestaan. In het midden burgemeester Edo Bergsma. © Het Geheugen
Een kleurrijke website vormt de vroege uitnodiging voor de verjaardag in 2025. Op Enschede700.nl wordt 160.000 inwoners gevraagd naar ideeën om straks feest te vieren. Hoe deden ze dat honderd jaar geleden? Met een boekje: over ‘een centrum van nijverheid en handel, een woonstad en hare ligging te midden van een zeer rijk landschap’.
Teun Staal 05-03-24, 06:30 Laatste update: 07:24
Een handvol fabriekspijpen torent uit boven een rijtje driehoekige sheddaken. De reuzen van de textiel spuwen rode rook uit. De pijpen zijn beeldbepalend voor de skyline van een stad die met circa 85.000 inwoners half zo groot is als vandaag de dag. Het is een verwijzing naar industriële hoogtijdagen, als de machines nog volop draaien. Daaronder in een bijna monumentaal lettertype: Enschede.
Antiquarisch geschrift
Zo oogt de cover van het gelijknamige boekje waarmee de stad in 1925 stilstond bij haar 600-jarig bestaan. Het is dit antiquarische geschrift, vergeeld door de tand des tijds, dat Jan Brummer (75) jaren geleden op de kop tikte. „Dat moet bij Broekhuis zijn geweest”, zegt de vrijwilliger van de erfgoedclub Stichting Historische Sociëteit Enschede-Lonneker( SHSEL). Hij koestert het document als een dierbaar kleinood.
„Het boekje is nu honderd jaar oud, ik weet niet hoeveel exemplaren er nog van in omloop zijn”, zegt de inwoner van Delden. Hij zag in Enschede het levenslicht en hij rijdt nog vrijwel elke dag op en neer naar zijn geboortestad. Drie, soms vier keer in de week heeft hij wel een afspraak in Enschede over wat hem drijft. Alles wat ook maar enigszins raakt aan de historie van de bijna zeven eeuwen oude stad.
Als de ras-Enschedeër het tere honderd jaar oude boekje voorzichtig doorbladert wordt hij bijna lyrisch. „Kijk eens wat een zelfbewustzijn hieruit spreekt”, zegt Brummer. Hij heeft ‘Een woord vooraf’ voor zich: de pagina waarop toenmalig burgemeester Edo Bergsma, geestelijk vader van bijvoorbeeld de singelring in Enschede, zich in februari 1925 tot de lezer richt.
Bergsma op gepassioneerde toon: ‘Mogen velen door de lezing van de volgende bladzijden worden opgewekt, de Gemeente Enschede nader te leeren kennen, iets meer te weten te komen van haar belangwekkend verleden, haar van noesten arbeid en krachtig leven getuigend heden, haar moderne ontwikkeling en haar mooie ligging’. Ras-Enschedeër Brummer: „Die trots! Prachtig.”
‘In ’t geheel geen pretentie’
In navolging van Bergsma slaat auteur dr. P. Endt een net zo enthousiaste toon aan in Enschede. Endt (Wageningen, 1883) is leraar aan de hbs en volgens eigen zeggen ‘geen oud-Twentenaar wiens stamboom al eeuwen wortelt in het land van katoen en heides’. Hij blijkt verguld te zijn geweest met het verzoek van de Amsterdamse uitgever D.Y. Alta om Enschede en zijn ‘groote beteekenis’ onder de aandacht van een groot lezerspubliek te brengen. Maar bescheiden is de schrijver ook over zijn pennenvrucht: ‘Het boekje heeft in ’t geheel geen pretentie’.
Zes hoofdstukken
Endt hoopte slechts één enkel ding. En dat is dat ‘de belangrijkheid, de schoonheid en de eigenaardigheid waarvan Enschede het levende hart vormt in hooger mate bekend zullen worden’. De foto’s van Albert Brusse, de vader van de illustere Henk Brusse die later als fotograaf naam zal maken, en H.E. Temme ondersteunen die missie. Die spreidt zich uit over zes hoofdstukken: Geschiedkundige herinneringen, Handel, industrie en verkeer, Enschede als woonstad, Enschede’s omstreken, Kunst en wetenschap en Gemeentebedrijven en -diensten.
In het werkje is één pagina ingeruimd voor de sport. Auteur Endt voert PW op als een van de oudste voetbalverenigingen van Nederland. De club heeft de palm inmiddels moeten afgeven aan Sportclub Enschede (dat een jaar later landskampioen zal worden) en Enschedese Boys. Sporten als korfbal, hockey, motor- en rijwielsport en athletiek (nog met een h) worden ‘vlijtig beoefend’.
Royaal aanbod aan advertenties
Wat opvalt is de stortvloed aan advertenties. De bekostiging van het tijdsdocument kan geen probleem zijn geweest: van de 84 pagina’s zijn er liefst 45 (deels) gevuld met boodschappen van de plaatselijke middenstand en bedrijven. Van bioscoop Alhambra in de Stadsgravenstraat tot C&A, dat toch al ‘voordeeliger’ was. Of van die typische lokale bedrijvigheid: zoals melkinrichting en zuivelfabriek M.D. Frisia, die ‘geen melk ontvangt van besmette stallen en een hygiënische behandeling garandeert’. En de gebroeders Roeloffzen handelen aan de Hengelosestraat dan al in auto’s, ze hebben daar alle Ford-modellen uit voorraad en met enkele dagen leverbaar.
Beeld van een bedrijvige stad
Het boek is al met al illustratief voor het Enschede van die dagen. Ook door het overdadige advertentieaanbod. Brummer: „Die advertenties vertellen misschien wel vooral het verhaal van een bedrijvige stad die toen al van alle markten was.”
Optochten in 1925 en chagrijn halve eeuw later
Op de website Delpher is een aantal foto’s te zien van festiviteiten naar aanleiding van het 600-jarig bestaan van Enschede. Zo zijn er beelden van optochten in de stad waarmee de verjaardag van Enschede uitbundig werd gevierd.
Van een uitgelaten stemming was een halve eeuw later allerminst sprake. Toen, in 1975, heerste bij 650 jaar Enschede een volgens de overlevering neerslachtige en misschien wel chagrijnige sfeer. Hat had alles te maken met de neerwaartse spiraal waarin de textielindustrie, vele decennia goed voor een gouden eeuw in stad en streek, zich toen bevond. De festiviteiten beperkten zich toen tot de uitgifte van een mok aan scholieren en een plichtmatige bijeenkomst in de Grote Kerk op de Oude Markt.
Voor informatie over de 700ste verjaardag, zie Enschede700.nl.
bron:
https://www.gelderlander.nl/enschede/he ... ~a03d1558/