Dat zijn zijn hele mooie plaatjes en alles heel herkenbaar. Van de eerste foto kan ik zeggen dat de eerste 2/3 blokken van de afdakswoningen in de jaren '60 reeds gesloopt waren. Tussen de winkel van Nijhuis en het blok waar wij woonden was dus al een open plek met verwilderde planten.
De woningen waren eigendom van de familie Hulshof van de gelijknamige steenfabriek aan de Zomerweg. Als ik mij goed herinner was zijn vrouw ook van een bekende Enschedese familie die een steenfabriek had aan de andere zijde van de Minkmaatstraat. Straatnamen in deze buurt als Leemkuilstraat en Ringovenstraat komen dus niet zomaar ergens vandaan, een restje van lokale industrie.
Het huis op zich was een oude afdakswoning en gebouwd volgens de wensen van eind 19e eeuw.
Dit betekende dat er boven slechts 1 grote slaapkamer was met slechts 1 klein dakraampje van 30X30cm. Er was ook nog een soort zoldertje waar m'n moeder in de winter de was te drogen hing, ik ben daar echter nooit geweest dus heb geen idee hoe dat eruit zag.
De voordeur had direct toegang tot de huiskamer, een halletje was er dus niet. De voordeur kon volgen mij al niet meer open, dus we liepen altijd achterom, dat kon ook makkelijk want we hadden de gang net naast het huis. In de huiskamer stond zo'n zwarte kolenkachel. M'n vader gebuikte daar wel eens spiritus om de kolen wat sneller te laten branden. Op een goede dag wilde ik dat ook eens proberen. Ik geloof dat ik m'n hele jeugd bijna geen wenkbrauwen meer heb gehad
Als we geen bezoek hadden zaten we meestal in de keuken, die was eigenlijk in twee ruimtes opgedeeld, een met een soort keukentje, aanrecht en een gaskooktoestel op butagas waar Rhee Gas eens per week door de straat kwam om de lege flessen om te wisselen. Daarnaast was een grotere ruimte, een soort achterkamer die voor mijn gevoel nog redelijk groot was. Daar stond een soort potkachel met meerdere deksel erop waar je ook eten op kon verwarmen, water etc.
De winterdag kwamen daar dan ook de geurige dampen van de boerenkool en stamppot wortelen vanaf. In de hoek naast het raam stond de radio op een plankje. Daaronder stond een ouderwetse leunstoel en als Johnny Hoes of Annie de Reuver dan eens per week op de radio waren, speelde ik zogenaamd piano op de armleuning van die stoel samen met de liedjes die dan te horen waren.
Niet ver achter het huis was een schuur waar ik nog een raam met mijn vuistje vanuit de binnenkant heb ingeslagen omdat ik kwaad was dat m'n ouders me daar tijdelijk even in had gedaan nadat ik wat had uitgehaald wat niet mocht. Direct achter de schuur was de wc, zonder spoeling. Dus eens per paar weken kwam er iemand om die wc leeg te halen. Ik denk dat dat een boertje was dat de ontlasting weer gebruikte op zijn eigen land. Achter in de tuin stond het in de zomer vol met allerlei soorten en kleuren lupinen, destijds een nog redelijk populaire bloem. Links achter stond een konijnenhok, die met de kerstdagen meestal weer leeg was nadat mijn oom langs was geweest. Dus ja, het kerstlied van Yoep van't Hek "Flappie" komt ook mij niet onbekend voor.
Zoals ik eerder al vermeldde woonde naast ons de familie Smit, van Friese afkomst, met 14 kinderen. Hun jongste dochter Galine (eerder Alina genoemd) speelde ik vaak mee. Bij hen achter het huis stond een heel oude auto, die door de kinderen gebruikt mocht worden om in te spelen.
Totdat ik op een goede dag de deur van die auto wilde dichttrekken. M'n armpjes waren nog wat kort dus moet ik me aan de deurstijl vasthouden met m'n linkerhand om de deur dicht te kunnen trekken met m'n rechterhand. Gevolg, duim tussen de deur en deurstijl. Ja dat deed zeer, helemaal blauw, na een paar maande viel de nagel er dan ook af.
M'n vader had de eerste 4 jaar van m'n leven een groot hek tussen de tuin en de gang naar de straat aangebracht om te voorkomen dat ik de straat op rende. Ik was nog maar net 5 dat ik voor het huis mocht spelen, de bal rolde de straat op, ik er achter aan. Je raad het al, werd ik me toch overreden door een brommer, een student was de bestuurder. Tien weken ziekenhuis waren het gevolg, gebroken been.
Als ik dan met m'n moeder voor het huis was als zij de ramen lapte was ik steeds onder de indruk van vrachtwagens die door de straat reden. M'n steevaste uitspraak was dan ook: "Kijk mama, dikke auto!"
Aan het einde van de straat, ik denk naast foto Schipper op een van de foto's was een supermarkt van Simon de Wit. Dat cafe heb ik nog gezien dat het open was en werkte. Begin jaren '70 moesten we weg uit het huis omdat het zou worden gesloopt. Een projectontwikkelaar had de grond gekocht om er een bezinestation te bouwen. Dat duurde uiteindelijk nog 15 jaar, zoals jullie zien stond het pand van Nijhuis er in 1980 nog. Oh ja, de huur van het huisje van fl.12,-/mnd.
Ook kwam er regelmatig een pater langs van de Jozefkerk waar ik gedoopt ben. Ik ging daar ook naar de kleuterschool waar zuster Marco (een non) mijn juffrouw was. Het laatste jaar kreeg ik nog les van mijn tante Miny die net afgestudeerd was als kleuterjuf.
Zoals je ziet, heb ik er niet eens zo lang gewoond, ongeveer 5 jaar van m'n leven. Maar indrukwekkend waren deze jaren zeker wel.