Denk dat het ook ligt aan die stenen die gebruikt zijn voor de gevel, een kitscherige uitstraling hebben. Vroeger wit gepleisterd, wat veel meer paste bij het gebouw. Plus idd de luiken (en kozijnen) van vroeger mooi waren.Veteraan schreef:Dit is dat 'bijgebouwtje' links. Dat was op de zwart-wit foto ook niet veel bijzonders.Daniela schreef:Wat een lelijke gevel heeft dat slotzicht nu toch
Datgene wat het pand voorheen mooier maakte, waren de luiken. Nu is er niet veel moois meer aan.
Enschede op suikerzakjes
Re: Enschede op suikerzakjes
Re: Enschede op suikerzakjes
suikerzakje Snel-Restaurant Indelekkerbek tel. (05420) 1 46 20 - Enschede. Van dit restaurant heb ik geen informatie en dus ook geen adresgegevens kunnen achterhalen. Misschien is het via het telefoonnummer nog te vinden, maar ik heb zelf geen oude telefoongidsen en deze zijn online ook niet raadpleegbaar. Wel die van 1950, maar toen was dit restaurant er nog niet (denk ik). Weet iemand misschien hierover meer of heeft iemand nog een oude telefoongids?
- Bijlagen
-
- Snel-Restaurant Indelekkerbek tel. (05420) 1 46 20 - Enschede.jpg (37.38 KiB) 14976 keer bekeken
Re: Enschede op suikerzakjes
Zat dat niet in de hoek achter het voormalige postkantoor waar nu die chinees zit?
Wat sas as dós was kaans.
Re: Enschede op suikerzakjes
Een suikerzakje van de voetbalvereniging Enschedese Boys, omdat vandaag de derby tussen de Enschedese Boys en Sportclub Enschede wordt gespeeld. Ik denk voorlopig voor de laatste keer, omdat Sportclub Enschede vorige week kampioen is geworden en dus gaat promoveren van de 4e klasse B naar de 3e klasse. De Enschedese Boys heeft op verschillende locaties gespeeld, n.l. Volkspark, Deppenbroek, Diekman, G.J. van Heekpark en nu op Wesselerbrink Zuid aan de Geessinkweg 278.
- Bijlagen
-
- SPORTVERENIGING DE ENSCHEDESE BOYS CANTINE SPORTPARK DIEKMAN.jpg (36.87 KiB) 14921 keer bekeken
-
- van Heekpark advertentie voetbal Enschedese Boys.jpg (26.63 KiB) 14962 keer bekeken
-
- Enschedese Boys, kampioen district oost 1949 1950.jpg (53.67 KiB) 14921 keer bekeken
-
- Enschedese Boys speldje.JPG (18.42 KiB) 14921 keer bekeken
-
- Geessinkweg 278 kantine Enschedese Boys.jpg (47.79 KiB) 14921 keer bekeken
Re: Enschede op suikerzakjes
Vandaag suikerzakjes van Sportclub Enschede, al jaren gevestigd op het sportcomplex Diekman.
Re: Enschede op suikerzakjes
suikerzakjes restaurant stadion Diekman J.J. van Deinselaan.
- Bijlagen
-
- Restaurant Sportpark Het Diekman.jpg (33.38 KiB) 14895 keer bekeken
-
- REST. SPORTPARK HET DIEKMAN.jpg (44.04 KiB) 14895 keer bekeken
-
- REST. SPORTPARK HET DIEKMAN DIR. H. G. DETERS.jpg (38.7 KiB) 14895 keer bekeken
-
- J.J. van Deinselaan restaurant stadion Het Diekman.jpg (56.83 KiB) 14895 keer bekeken
-
- J.J. van Deinselaan Diekman restaurant...jpg (66.74 KiB) 14895 keer bekeken
Re: Enschede op suikerzakjes
suikerzakje sporthal Diekmancomplex.
Re: Enschede op suikerzakjes
Holterhof PENSION VAKANTIE- EN CONFERENTIEOORD. zie ook: http://www.enschedeinansichten.nl/colle ... from=&pto=
Re: Enschede op suikerzakjes
Nu de Holterhof aan de beurt is, hierbij van mij een deel uit het verhaal wat ik geschreven heb voor mijn familie. Tanter Riek was een zus van mijn moeder. Zij was daar "In betrekking" zoals men dat noemde. Inwonend huispersoneel dus. Tegenwoordig haast ondenkbaar. Sorry dat het een"beetje" lang is maar er is vast wel belangstelling voor.
De familie Jannink had intussen het grote herenhuis aan de Langestraat verlaten en dit verkocht aan C&A Brenninkmeijer. C&A die al vanaf de eerste wereldoorlog was gevestigd op de hoek van de Haverstraatpassage en de Langestraat had een groter pand nodig. C&A heeft het herenhuis afgebroken en er het pand neergezet wat er nu nog staat. Later zat Halfords er in en nu Duthler en een telefoonwinkel en nog een kledingzaak.
De Janninks verhuisden naar hun zomerhuis De Hölterhof bij het Aamsveen.
Toen ze nog aan de Langestraat woonden werd het alleen als zomerhuis gebruikt, er zat tot die tijd geen centrale verwarming in.
Stel je even de rijkdom voor: een zomer en winterverblijf.
Na de verkoop van het pand aan de Langestraat aan C&A werd de Hölterhof verbouwd om als permanente woning te dienen.
De naam Hölterhof is ook nu nog algemeen bekend in Enschede en omstreken. Nu is er een uiterst rijk uitgerust welness-centrum in gevestigd. Tot ongeveer 1960 hebben er Janninks gewoond. Het is een prachtig landhuis in Engelse stijl.
Tante Riek heeft daar een goede tijd gehad De Janninks waren goed voor hun huispersoneel.
Er waren afspraken gemaakt over het met de auto halen en wegbrengen van de meisjes naar de stad. Het huis lag en ligt in het buitengebied aan de grens. In de zomer gingen de dames wel op de fiets naar hun ouderhuis in de stad. In de winter was dat niet te doen en konden ze rekenen op Hendrik de chauffeur. Die chauffeur was later ook de aanleiding voor hun vertrek bij Jannink.
Maar zover is het nog niet. Het was goed toeven op de Hólterhof. Een prachtig huis met een al even mooie tuin. Er zijn foto’s waarin Marietje van “t Hof op een van de trapjes in de parkachtige tuin zit. Die foto heeft nog gediend om op te sturen naar een of ander tijdschrift. De foto is geplaatst en de redactie vroeg zich af of men zo’n prachtige tuin had.
Mevrouw Jannink ging regelmatig kuren in Baden Baden in het Schwarzwald in zuid Duitsland. Meneer Gijs Jannink bleef dan achter en de meisjes hadden een prettige tijd zonder de hete adem van Mevrouw in de nek. Bij meneer kreeg men meer voor elkaar wat betreft vrije tijd. Een half woord was dan genoeg om naar de stad te mogen. Hij zei dan: ja ja dek mie de toafel mar op’n puunt en gao mar.
Meneer ging dan later met de auto, een Hispano, ook naar Baden Baden. Dan hadden de dames het rijk alleen.
Denk je eens even in; naar Baden Baden in zuid Duitsland over binnenwegen. Van autobahnen als we die nu kennen was nog geen sprake.
Op een keer was er een ongelukje in de keuken gebeurd, een plank in een van de kasten was losgeschoten en een deel van het kostbare Wedgwood servies was op de tegelvloer aan diggelen gevallen.
Mevrouw werd er bij gehaald en ze was meer verrast dan boos. Had ze weer een mooie gelegenheid om naar Den Haag te gaan met de auto. Daar bij de fa. Focke & Meltzer werd namelijk een nieuw servies besteld. Een uitje van drie dagen met 2 hotelovernachtingen bij hotel Des Indes.
In die tijd raakten de Jannink’s door aandelenspeculatie geld kwijt. Men had belegd in een Zweedse Lucifersfabriek, de zgn. ‘Luciferkoning” zoals tante Riek zei.
Er moest toen op de privé-uitgaven bezuinigd worden. Dit had tot gevolg dat een van de kinderen Jannink met haar man er bij in kwamen wonen. Het was de familie Ockinga-Jannink.
Dhr. Ockinga had een chemische fabriek aan de Industriestraat. Er werd voornamelijk zeep gemaakt.
Het fabrieksgebouw stond tot begin 2008 aan de Industriestraat. Laatst was er garage Reebergen in gevestigd. Het gebouw is nu weg en men heeft er nog de milieuvervuiling in de grond moeten opruimen. Die inwoning had wel tot gevolg dat de dienstmeisjes harder moesten werken voor hetzelfde loon.
Zo heel lang heeft die inwoning niet geduurd. Mvr. Ockinga Jannink had wel oog voor het feit dat de meisjes hard moesten werken.
Op een avond kwam ze bij Riek in de keuken en overhandigde haar 100 gulden. Riek, totaal overdonderd vroeg nog: is dat helemaal voor mij alleen? Of moet ik het delen met Mieneke. Mieneke ten Kate was haar collega met wie ze de huishouding bestierde.
Nee, zo zei mevrouw, dit is helemaal voor jouw alleen, Mieneke krijgt ook 100 gulden.
Honderd gulden was in die tijd een kapitaal die menigeen nog nooit bij elkaar had gezien. Vergelijk het maar met €1000,00 nu in de huidige tijd.
Die blijde mare, zoals tante Riek zei, was al zeer snel bekend in Enschede bij de familie.
Op een avond kort nadien zag tante Riek door het keukenraam in de verte haar beide broers aankomen. De tweeling Karel en Henk waren door hun moeder gestuurd om wat van die 100 gulden bij hun oudere zuster los te peuteren. Beiden gingen weer naar huis in de stad met het geld op zak voor een nieuwe winterjas.
Meneer Gijs Jannink zijn gezondheid was niet best. Van verschillende kanten was hem al aangeraden om een dokter te raadplegen. Dat deed hij en die gaf hem onder uit de zak. Afvallen en flink op dieet was het niet mis te verstane advies.
Mij mankeert niets en ik mag alles eten, was wat zijn vrouw te horen kreeg.
Dat ging niet lang goed en op een avond bij een van zijn vele bezoeken aan de Groote Soociëteit aan de Langestraat werd hij onwel en is hij overleden.
Dat was het begin van het einde van het dienstverband van tante Riek bij de Jannink’s op de Hölterhof.
Er lag een afspraak dat bij slecht weer en in de wintermaanden de meisjes door de chauffeur van de familie gehaald en gebracht zouden worden om de weekenden, voor zover vrij, in hun ouderhuis door te brengen en om naar de kerk te gaan.
Die afspraak werd door de chauffeur steeds weer ondermijnd en mevrouw Jannink hield haar chauffeur te veel de hand boven het hoofd.
Kortom, het kwam zover dat Riek en Mieneke haar collega beiden ontslag namen
Mevrouw Jannink is Linéa recta naar Dagblad Tubantia gereden om een advertentie te plaatsen waarin ze 2 nieuwe dienstbodes vroeg.
Voor de ingewijden in de stad was dat een regelrechte sensatie toen men de advertentie las, in de families en kennissenkring was de situatie bekend en deze advertentie sprak dus boekdelen.
Toch zijn de collega dienstmeiden niet met ruzie daar weggegaan. Ze werden zeer gewaardeerd, niet in het minst om de kookkunst van tante Riek.
Bij het afscheid vloeiden er aan beide kanten tranen en de waardering kwam tot uiting in het geschenk van mevrouw Jannink; een prachtige gouden ring met een fraaie steen.
De familie Jannink had intussen het grote herenhuis aan de Langestraat verlaten en dit verkocht aan C&A Brenninkmeijer. C&A die al vanaf de eerste wereldoorlog was gevestigd op de hoek van de Haverstraatpassage en de Langestraat had een groter pand nodig. C&A heeft het herenhuis afgebroken en er het pand neergezet wat er nu nog staat. Later zat Halfords er in en nu Duthler en een telefoonwinkel en nog een kledingzaak.
De Janninks verhuisden naar hun zomerhuis De Hölterhof bij het Aamsveen.
Toen ze nog aan de Langestraat woonden werd het alleen als zomerhuis gebruikt, er zat tot die tijd geen centrale verwarming in.
Stel je even de rijkdom voor: een zomer en winterverblijf.
Na de verkoop van het pand aan de Langestraat aan C&A werd de Hölterhof verbouwd om als permanente woning te dienen.
De naam Hölterhof is ook nu nog algemeen bekend in Enschede en omstreken. Nu is er een uiterst rijk uitgerust welness-centrum in gevestigd. Tot ongeveer 1960 hebben er Janninks gewoond. Het is een prachtig landhuis in Engelse stijl.
Tante Riek heeft daar een goede tijd gehad De Janninks waren goed voor hun huispersoneel.
Er waren afspraken gemaakt over het met de auto halen en wegbrengen van de meisjes naar de stad. Het huis lag en ligt in het buitengebied aan de grens. In de zomer gingen de dames wel op de fiets naar hun ouderhuis in de stad. In de winter was dat niet te doen en konden ze rekenen op Hendrik de chauffeur. Die chauffeur was later ook de aanleiding voor hun vertrek bij Jannink.
Maar zover is het nog niet. Het was goed toeven op de Hólterhof. Een prachtig huis met een al even mooie tuin. Er zijn foto’s waarin Marietje van “t Hof op een van de trapjes in de parkachtige tuin zit. Die foto heeft nog gediend om op te sturen naar een of ander tijdschrift. De foto is geplaatst en de redactie vroeg zich af of men zo’n prachtige tuin had.
Mevrouw Jannink ging regelmatig kuren in Baden Baden in het Schwarzwald in zuid Duitsland. Meneer Gijs Jannink bleef dan achter en de meisjes hadden een prettige tijd zonder de hete adem van Mevrouw in de nek. Bij meneer kreeg men meer voor elkaar wat betreft vrije tijd. Een half woord was dan genoeg om naar de stad te mogen. Hij zei dan: ja ja dek mie de toafel mar op’n puunt en gao mar.
Meneer ging dan later met de auto, een Hispano, ook naar Baden Baden. Dan hadden de dames het rijk alleen.
Denk je eens even in; naar Baden Baden in zuid Duitsland over binnenwegen. Van autobahnen als we die nu kennen was nog geen sprake.
Op een keer was er een ongelukje in de keuken gebeurd, een plank in een van de kasten was losgeschoten en een deel van het kostbare Wedgwood servies was op de tegelvloer aan diggelen gevallen.
Mevrouw werd er bij gehaald en ze was meer verrast dan boos. Had ze weer een mooie gelegenheid om naar Den Haag te gaan met de auto. Daar bij de fa. Focke & Meltzer werd namelijk een nieuw servies besteld. Een uitje van drie dagen met 2 hotelovernachtingen bij hotel Des Indes.
In die tijd raakten de Jannink’s door aandelenspeculatie geld kwijt. Men had belegd in een Zweedse Lucifersfabriek, de zgn. ‘Luciferkoning” zoals tante Riek zei.
Er moest toen op de privé-uitgaven bezuinigd worden. Dit had tot gevolg dat een van de kinderen Jannink met haar man er bij in kwamen wonen. Het was de familie Ockinga-Jannink.
Dhr. Ockinga had een chemische fabriek aan de Industriestraat. Er werd voornamelijk zeep gemaakt.
Het fabrieksgebouw stond tot begin 2008 aan de Industriestraat. Laatst was er garage Reebergen in gevestigd. Het gebouw is nu weg en men heeft er nog de milieuvervuiling in de grond moeten opruimen. Die inwoning had wel tot gevolg dat de dienstmeisjes harder moesten werken voor hetzelfde loon.
Zo heel lang heeft die inwoning niet geduurd. Mvr. Ockinga Jannink had wel oog voor het feit dat de meisjes hard moesten werken.
Op een avond kwam ze bij Riek in de keuken en overhandigde haar 100 gulden. Riek, totaal overdonderd vroeg nog: is dat helemaal voor mij alleen? Of moet ik het delen met Mieneke. Mieneke ten Kate was haar collega met wie ze de huishouding bestierde.
Nee, zo zei mevrouw, dit is helemaal voor jouw alleen, Mieneke krijgt ook 100 gulden.
Honderd gulden was in die tijd een kapitaal die menigeen nog nooit bij elkaar had gezien. Vergelijk het maar met €1000,00 nu in de huidige tijd.
Die blijde mare, zoals tante Riek zei, was al zeer snel bekend in Enschede bij de familie.
Op een avond kort nadien zag tante Riek door het keukenraam in de verte haar beide broers aankomen. De tweeling Karel en Henk waren door hun moeder gestuurd om wat van die 100 gulden bij hun oudere zuster los te peuteren. Beiden gingen weer naar huis in de stad met het geld op zak voor een nieuwe winterjas.
Meneer Gijs Jannink zijn gezondheid was niet best. Van verschillende kanten was hem al aangeraden om een dokter te raadplegen. Dat deed hij en die gaf hem onder uit de zak. Afvallen en flink op dieet was het niet mis te verstane advies.
Mij mankeert niets en ik mag alles eten, was wat zijn vrouw te horen kreeg.
Dat ging niet lang goed en op een avond bij een van zijn vele bezoeken aan de Groote Soociëteit aan de Langestraat werd hij onwel en is hij overleden.
Dat was het begin van het einde van het dienstverband van tante Riek bij de Jannink’s op de Hölterhof.
Er lag een afspraak dat bij slecht weer en in de wintermaanden de meisjes door de chauffeur van de familie gehaald en gebracht zouden worden om de weekenden, voor zover vrij, in hun ouderhuis door te brengen en om naar de kerk te gaan.
Die afspraak werd door de chauffeur steeds weer ondermijnd en mevrouw Jannink hield haar chauffeur te veel de hand boven het hoofd.
Kortom, het kwam zover dat Riek en Mieneke haar collega beiden ontslag namen
Mevrouw Jannink is Linéa recta naar Dagblad Tubantia gereden om een advertentie te plaatsen waarin ze 2 nieuwe dienstbodes vroeg.
Voor de ingewijden in de stad was dat een regelrechte sensatie toen men de advertentie las, in de families en kennissenkring was de situatie bekend en deze advertentie sprak dus boekdelen.
Toch zijn de collega dienstmeiden niet met ruzie daar weggegaan. Ze werden zeer gewaardeerd, niet in het minst om de kookkunst van tante Riek.
Bij het afscheid vloeiden er aan beide kanten tranen en de waardering kwam tot uiting in het geschenk van mevrouw Jannink; een prachtige gouden ring met een fraaie steen.
Wat sas as dós was kaans.
Re: Enschede op suikerzakjes
mooi verhaal !!!
Re: Enschede op suikerzakjes
Inderdaad, erg levendig. Mooi, Hendrik!
Re: Enschede op suikerzakjes
Inderdaad een mooi verhaal Hendrik en nog bedankt voor je reactie. Ik vind het altijd mooi dat er wordt gereageerd. Hierbij nog een advertentie waarin Mevr. Jannink om nieuw personeel vraagt op de Holterhof.
- Bijlagen
-
- Holterhof Advertentie. Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant. Enschede, 23-08-1940..jpg (29.55 KiB) 14835 keer bekeken
Re: Enschede op suikerzakjes
Ik had de verkeerde advertentie geplaatst. Ik denk dat onderstaand de advertentie is geweest, die Hendrik heeft bedoeld.
- Bijlagen
-
- Holterhof Advertentie. Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant. Enschede, 01-11-1939.jpg (41.33 KiB) 14835 keer bekeken
Re: Enschede op suikerzakjes
suikerzakje Lambertus Buddestraat 1 Café Restaurant Viaduct H. Haasewinkel.
Re: Enschede op suikerzakjes
Prachtige sticker!! was hem al haast vergeten gaan we zeker wat met doen.
Re: Enschede op suikerzakjes
Hardstikke bedankt voor het zoekwerk. Geweldig. Past precies in mijn verhaal. Dat verhaal heeft een vervolg. Ook plaatsen? de beide meisjes gingen natuurlijk ergens anders werken.Arie schreef:Ik had de verkeerde advertentie geplaatst. Ik denk dat onderstaand de advertentie is geweest, die Hendrik heeft bedoeld.
Wat sas as dós was kaans.
Re: Enschede op suikerzakjes
kom op met je verhaal !
Re: Enschede op suikerzakjes
Ja Hendrik, zeker plaatsen. Ik ben zeer benieuwd naar het vervolg.Hendrik schreef:Hardstikke bedankt voor het zoekwerk. Geweldig. Past precies in mijn verhaal. Dat verhaal heeft een vervolg. Ook plaatsen? de beide meisjes gingen natuurlijk ergens anders werken.Arie schreef:Ik had de verkeerde advertentie geplaatst. Ik denk dat onderstaand de advertentie is geweest, die Hendrik heeft bedoeld.
Re: Enschede op suikerzakjes
suikerzakjes Oldenzaalsestraat 103 Café Restaurant Bar J.H v.d Most. Nu zit in dit pand coffeeshop De Molen en voorheen Hotel Amadeus en vroeger nog o.m. cafe Te Vaarwerk (voorheen Robers).
Re: Enschede op suikerzakjes
Er is ook nog een deel dat hier aan voor af gaat. Een andere tante. Dien genaamd heeft ook bij de Jannink's gewerkt en bij Menko. Tante Dien is op 10 oktober tijdens de bombardementen met 2 van haar kinderen omgekomen. Sommige details zijn tegenwoordig iets anders maar de lezer snapt het wel. Er s nog meer.
Dien en Johan begonnen een groentewinkel op de hoek van de Brinkstraat en Lombokstraat.
Dien was een knappe vrouw zoals ook uit foto’s blijkt. Zij moet een opgewekte en spontane vrouw zijn geweest. Die groentewinkel is er ongeveer 50 jaren geweest en heeft 3 verschillende eigenaren gehad. Of ze deze winkel hebben overgenomen van iemand of dat ze hem zelf gesticht hebben weet ik niet. Feit is dat toen ze trouwden hij er al wel was. Familie heeft er op hun trouwdag, zoals wel vaker gebeurt bij zulke gelegenheden, flink in huisgehouden. De po had in de etalage gestaan met als inhoud chocoladevla en alle lange onderbroeken, die hadden ook jonge mannen toen, waren met de pijpen aan elkaar geknoopt langs de trapleuning gevlochten.
Het aantrekkelijke uiterlijk van Dien was de mannelijke klanten niet ontgaan. Moeder vertelde eens dat zij er bij was geweest dat er weer een klant op weg was vanuit de Lombokstraat. Vanuit het raam van de woonkamer dat uitzag op de Lombokstraat zag Dien hem al van verre aankomen. Oh, Lien kiek toch es, “he hef ’t hémp op ’n stok” was de uitroep van Dien. Waarmee de lezer hier wordt uitgenodigd om de fantasie te laten werken. Er is niets nieuws onder de zon wat dubbelzinnigheid betreft.
Tante Dien runde de winkel en oom Johan had een ventwijk met groente door de hele stad.
Die groentekar werd getrokken door een paard. Het paard stond in een stal achter het winkel/woonhuis aan de Lombokstraat. Ik kan mij de hele situatie nog voor de geest halen. Tot zo’n jaar of 25 geleden was alles nog zoals voor de oorlog, wat bouwsels betreft dan. De paardenstal uiteraard niet meer. Ongelofelijk dat zo iets kon, een paardenstal in een dichtbevolkte buurt.
Moeder vertelde wel eens dat ’s zomers er zoveel vliegen waren, ook in huis, dat tante Dien de Flitspuit (Flit is een gif tegen insecten) hanteerde en dat men na een half uur de vliegen met stoffer en blik opveegde.
Het paard, zo gaat het verhaal had wel eens last van koliek. Darmkrampen waartegen een probaat middel hielp. Hard galopperen. Johan of mijn vader met het paard aan de leidsels hard lopend of fietsend, het paard vasthoudend over de Varviksingel en de Brinkstraat en terug via het Buitenzorgplein en de Soerabayastraat en de Semarangstraat naar de Lombokstaat. Om je te bescheuren van het lachen als je er over nadenkt, maar wel echt gebeurt.
Tante Dien heeft ooit verteld over het begin van haar trouwen met Johan . Johan was van een familie die straatarm was. “Alles wat Johan meenam aan kleren uit zijn oudershuis past op 1 stoelzitting” zo waren haar woorden. Toch bracht de groentewinkel voldoende op, verhalen van armoede bij haar gezin zijn er niet.
Voor haar huwelijk was tante Dien “In betrekking” bij de familie Menko aan de Oldenzaalsestraat, de huidige De Heurne. In het pand waar nu de Fa. Hensen zit. In de jaren ’50 van de vorige eeuw is deze rij panden allemaal verbouwd tot winkels. Vroeger waren dat allemaal deftige woonhuizen van rijke families.
Zo ook de familie Menko. De Menko’s waren rijke joden die een textielfabriek hadden.
Deze familie waren alleraardigste mensen die erg goed waren voor hun huispersoneel.
Dien en de andere meisjes die er werkten waren intern gehuisvest.
De zorg van de familie Menko strekte zich ook uit naar de familie van het huispersoneel, zo konden de kleinere broers en zus van Dien bijvoorbeeld meedelen in de feestvreugde met St. Nicolaas. Lientje, mijn moeder en Henk en Karel werden bij de Menko’s uitgenodigd in de jaren ’20 van de vorige eeuw. Ze kregen cadeautjes en chocolade. De jongens o.a. een houten hobbelpaard. De chocolade Sinterklaas van Lientje werd in de kast gezet. Met de Pasen! er weer uitgehaald. Toen bleek hij “verschimmeld” te zijn. Onbekend als men was met chocolade zag men de witte uitslag aan voor schimmel en verdween Sinterklaas in de vuilniston.
Tante Dien en de andere meisjes hadden het er naar hun zin. Het is voorgekomen dan ze hun directoires (tenten van onderbroeken) over de radiator van de centrale verwarming te drogen hadden gehangen. De dames hadden in de broek gepiest van de slappe lach.
Als ik op de fiets naar de kerk ga en ik zet mijn fiets aan de zijkant van de Oosterkerk aan de Wilhelminastraat neer kijk ik nog wel eens naar de achterkant van de winkelpanden aan de Heurne, vroeger de Oldenzaalsestraat. De panden zien er aan de achterkant redelijk authentiek uit met grote balkons enz. Dan denk ik: Daar achter die ramen heeft het zich afgespeeld.
Ook heeft tante Dien gediend bij de familie Jannink aan de Langestraat tegenover het stadhuis. Op de plek waar Halfords zat en nu Duthler nog zit stond tot ongeveer 1935 een groot herenhuis waar Gijs Jannink met zijn gezin woonde. Dien was daar “In betrekking” en heeft daar een goede tijd gehad. Het verhaal gaat dat de zonen van Jannink, die geacht werden de fabriek te gelegener tijd over te nemen niet zo goed konden leren. Pa Gijs Jannink riep luidkeels door de gang: Een half uur op het driethuuske zit’n dat kunt ze wa, maar leren is fraans, waarop moeder in net Nederlands zei: maar pa toch, stil de meisjes (dienstbodes) horen het ook. Waarop Gijs prompt zei: dat majt ze wal heurn, tis toch waor.
Hier stoppen we weer even en zal ik later het vervolg geven van de andere tante waar het vorige verhaal over ging.
Veel leesplezier.
Dien en Johan begonnen een groentewinkel op de hoek van de Brinkstraat en Lombokstraat.
Dien was een knappe vrouw zoals ook uit foto’s blijkt. Zij moet een opgewekte en spontane vrouw zijn geweest. Die groentewinkel is er ongeveer 50 jaren geweest en heeft 3 verschillende eigenaren gehad. Of ze deze winkel hebben overgenomen van iemand of dat ze hem zelf gesticht hebben weet ik niet. Feit is dat toen ze trouwden hij er al wel was. Familie heeft er op hun trouwdag, zoals wel vaker gebeurt bij zulke gelegenheden, flink in huisgehouden. De po had in de etalage gestaan met als inhoud chocoladevla en alle lange onderbroeken, die hadden ook jonge mannen toen, waren met de pijpen aan elkaar geknoopt langs de trapleuning gevlochten.
Het aantrekkelijke uiterlijk van Dien was de mannelijke klanten niet ontgaan. Moeder vertelde eens dat zij er bij was geweest dat er weer een klant op weg was vanuit de Lombokstraat. Vanuit het raam van de woonkamer dat uitzag op de Lombokstraat zag Dien hem al van verre aankomen. Oh, Lien kiek toch es, “he hef ’t hémp op ’n stok” was de uitroep van Dien. Waarmee de lezer hier wordt uitgenodigd om de fantasie te laten werken. Er is niets nieuws onder de zon wat dubbelzinnigheid betreft.
Tante Dien runde de winkel en oom Johan had een ventwijk met groente door de hele stad.
Die groentekar werd getrokken door een paard. Het paard stond in een stal achter het winkel/woonhuis aan de Lombokstraat. Ik kan mij de hele situatie nog voor de geest halen. Tot zo’n jaar of 25 geleden was alles nog zoals voor de oorlog, wat bouwsels betreft dan. De paardenstal uiteraard niet meer. Ongelofelijk dat zo iets kon, een paardenstal in een dichtbevolkte buurt.
Moeder vertelde wel eens dat ’s zomers er zoveel vliegen waren, ook in huis, dat tante Dien de Flitspuit (Flit is een gif tegen insecten) hanteerde en dat men na een half uur de vliegen met stoffer en blik opveegde.
Het paard, zo gaat het verhaal had wel eens last van koliek. Darmkrampen waartegen een probaat middel hielp. Hard galopperen. Johan of mijn vader met het paard aan de leidsels hard lopend of fietsend, het paard vasthoudend over de Varviksingel en de Brinkstraat en terug via het Buitenzorgplein en de Soerabayastraat en de Semarangstraat naar de Lombokstaat. Om je te bescheuren van het lachen als je er over nadenkt, maar wel echt gebeurt.
Tante Dien heeft ooit verteld over het begin van haar trouwen met Johan . Johan was van een familie die straatarm was. “Alles wat Johan meenam aan kleren uit zijn oudershuis past op 1 stoelzitting” zo waren haar woorden. Toch bracht de groentewinkel voldoende op, verhalen van armoede bij haar gezin zijn er niet.
Voor haar huwelijk was tante Dien “In betrekking” bij de familie Menko aan de Oldenzaalsestraat, de huidige De Heurne. In het pand waar nu de Fa. Hensen zit. In de jaren ’50 van de vorige eeuw is deze rij panden allemaal verbouwd tot winkels. Vroeger waren dat allemaal deftige woonhuizen van rijke families.
Zo ook de familie Menko. De Menko’s waren rijke joden die een textielfabriek hadden.
Deze familie waren alleraardigste mensen die erg goed waren voor hun huispersoneel.
Dien en de andere meisjes die er werkten waren intern gehuisvest.
De zorg van de familie Menko strekte zich ook uit naar de familie van het huispersoneel, zo konden de kleinere broers en zus van Dien bijvoorbeeld meedelen in de feestvreugde met St. Nicolaas. Lientje, mijn moeder en Henk en Karel werden bij de Menko’s uitgenodigd in de jaren ’20 van de vorige eeuw. Ze kregen cadeautjes en chocolade. De jongens o.a. een houten hobbelpaard. De chocolade Sinterklaas van Lientje werd in de kast gezet. Met de Pasen! er weer uitgehaald. Toen bleek hij “verschimmeld” te zijn. Onbekend als men was met chocolade zag men de witte uitslag aan voor schimmel en verdween Sinterklaas in de vuilniston.
Tante Dien en de andere meisjes hadden het er naar hun zin. Het is voorgekomen dan ze hun directoires (tenten van onderbroeken) over de radiator van de centrale verwarming te drogen hadden gehangen. De dames hadden in de broek gepiest van de slappe lach.
Als ik op de fiets naar de kerk ga en ik zet mijn fiets aan de zijkant van de Oosterkerk aan de Wilhelminastraat neer kijk ik nog wel eens naar de achterkant van de winkelpanden aan de Heurne, vroeger de Oldenzaalsestraat. De panden zien er aan de achterkant redelijk authentiek uit met grote balkons enz. Dan denk ik: Daar achter die ramen heeft het zich afgespeeld.
Ook heeft tante Dien gediend bij de familie Jannink aan de Langestraat tegenover het stadhuis. Op de plek waar Halfords zat en nu Duthler nog zit stond tot ongeveer 1935 een groot herenhuis waar Gijs Jannink met zijn gezin woonde. Dien was daar “In betrekking” en heeft daar een goede tijd gehad. Het verhaal gaat dat de zonen van Jannink, die geacht werden de fabriek te gelegener tijd over te nemen niet zo goed konden leren. Pa Gijs Jannink riep luidkeels door de gang: Een half uur op het driethuuske zit’n dat kunt ze wa, maar leren is fraans, waarop moeder in net Nederlands zei: maar pa toch, stil de meisjes (dienstbodes) horen het ook. Waarop Gijs prompt zei: dat majt ze wal heurn, tis toch waor.
Hier stoppen we weer even en zal ik later het vervolg geven van de andere tante waar het vorige verhaal over ging.
Veel leesplezier.
Wat sas as dós was kaans.