panden Van Loenshof 1-3 waar de familie Roessingh heeft gewoond.
De Roessinghs en het Van Loenshof
In 1817 kocht Carel Roessingh (1779-1844) het Van Loenshof voor fl. 1.700,-. Hij was een bakkerszoon uit Enschede, maar wist als fabrikeur al vlug tot grote welvaart te komen. Achter het Van Loenshof bouwde hij een klein fabriekje, dat direct grensde aan de stadsgracht. Ook kocht hij in 1834 de Van Lochemsbleek, dat sindsdien Roessinghsbleek werd genoemd. Ook verschafte hij veel kredieten (tegen 4% rente) en sprong hij financieel in de bres voor zijn schoonzoon Gerrit Jan ter Kuile (1800-1864). Hoe hij zo kapitaalkrachtig is geworden, is vooralsnog een raadsel.
In 1841 kwam de St. Jacobuskerk aan de Oude Markt gereed. Dit leidde tot de verkoop van de oude schuilkerk en gronden ten zuiden van het Van Loenshof. De Rooms-Katholieke gemeente verkocht de voormalige pastorie voor fl. 1.800,- aan Carel Roessingh. Dat was gebouwd op de in 1753 door Laurens Greve verkochte grond. Die huizen waren aan elkaar verbonden. Voortaan woonde de weduwe Bertina Roessingh-Hegerink (1781-1870) naast haar zoon Wijnandus Roessingh (1818-1890).
In 1856 werd Wijnandus Roessingh voor fl. 3.100,- ook eigenaar van het voormalige voorplein en het ten zuiden daarvan gelegen huis (bestaande uit drie kleine woningen). Vanaf dat moment was hij eigenaar geworden van het gehele Van Loenshof, ofwel de grond waarop voorheen de Nije Borch stond. De drie kleine huisjes werden omgebouwd tot een fabriekje. In 1862 maakte opnieuw een stadsbrand een einde aan het Van Loenshof-complex.
De familie Roessingh liet een nieuw woonhuis opbouwen (Van Loenshof 3), een nieuwe stoomblauwdrukkerij (Van Loenshof 1) met daartussen een magazijn. Achter het woonhuis werd omstreeks 1873 een ververij gebouwd, dat door een gang vanuit het woonhuis te bereiken was en via een steeg verbonden was aan de Zuiderhagen (de stadsgracht werd na de brand in 1862 gedempt). Zo was het Van Loenshof weer een overzichtelijk ‘woon-werkgeheel’ voor de familie Roessingh.
Omstreeks 1880 werd de fabriek der fa. C. Roessingh & Zonen verplaatst naar de wijk De Bril, buiten het oude stadscentrum. De familie Roessingh liet vervolgens de oude fabriek aan het Van Loenshof (nummer 1) ombouwen tot woonhuis. Op het oorspronkelijk Loenshof (nummer 3) woonde tot hun overlijden het echtpaar Wijnandus Roessingh (1818-1890) en Gezina Gerharda Kosters (1824-1904) en in het naastgelegen herenhuis werd hun oudste zoon Carel Roessingh (1849-1913) de eerste bewoner. Na het overlijden van de weduwe Roessingh-Kosters in 1904 werd het Van Loenshof 3 betrokken door schoonzoon Herman Stroink (1848-1922) en dochter H.J. ‘Rika’ Stroink-Roessingh (1857-1934). Zij huurden het huis van haar drie broers, die in 1912 de radicale keuze maakten hun complete textielfabriek te verhuizen van Enschede naar Veenendaal (N.V. Mij. voor Textielindustrie v/h C. Roessingh & Zonen). Al hun onroerend goed in Enschede werd door hen verkocht. De huizen aan het Van Loenshof werden opgekocht door de gemeente Enschede en werden voortaan gebruikt als gemeentesecretarie, verkeersbureau en deels verhuurd aan een sigarenhandelaar. Na de Tweede Wereldoorlog werd een ‘Wederopbouwplan Binnenstad’ gemaakt, waarbij besloten werd o.a. de voormalige Roessingh-huizen te slopen en tot nieuwbouw over te gaan. Sigarenwinkelier G. Winkels, die sinds 1933 een van de panden (Van Loenshof 1) huurde, weigerde te vertrekken. zie:
https://www.derkjordaan.com/het-loensho ... 1856-1912/

- van Loenshof 3 links.In jaren '30 van Carel Roessingh 1779-1844 Enkele jaren voordat deze foto werd genomen, nl. in 1922, werd pand Loenshof 5 (van de familie Ter Kuile) gesloopt ter verbreding van de Windbrugsteeg..jpeg (147.29 KiB) 5370 keer bekeken